Meldcode kindermishandeling en huislijk geweld

Wat moet een arts doen bij het vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld?

Artsen hebben een zorgplicht voor kinderen die schade door kindermishandeling of huiselijk geweld kunnen oplopen. Van iedere arts wordt daarom verwacht dat hij spreekt voor het kind bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld. Dit is vastgelegd in de KNMG-meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld.

Omdat het belangrijk is dat een arts bij een vermoeden alle signalen en bevindingen zo correct mogelijk documenteert, geeft de meldcode onder andere hierbij ondersteuning.

Bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld neemt de arts alle stappen die nodig zijn om duidelijk te krijgen:
* Of er sprake is van kindermishandeling
* Wat daarvan de oorzaak is
* Hoe dit kan worden gestopt.

Stappenplan

Is er sprake van kindermishandeling dan onderneemt de arts alle stappen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat deze daadwerkelijk wordt gestopt. De arts handelt daarbij volgens het KNMG-5 stappenplan hoe te handelen bij (vermoedens van) kindermishandeling. Dit stappenplan is opgenomen in de meldcode.

Vanaf 1 juli 2018 is stap 5 vervangen door een zogenaamd ‘afwegingskader’ met een vijftal afwegingsvragen voor artsen. Vanaf 1 januari 2019 moeten deze afwegingsvragen ook wettelijk verplicht gebruikt worden. Het stappenplan bood tot nu toe nog de keus voor de arts om te melden of om zelf hulp te verlenen. Deze keus vervalt.

Aan de hand van deze nieuwe vragen wordt duidelijk gemaakt wanneer altijd een melding bij Veilig Thuis door de arts moet worden gedaan. Er kan namelijk sprake zijn van een situatie die zo acuut is dat onmiddellijk ingrijpen met een kinderbeschermingsmaatregel of (voorlopige) ondertoezichtstelling noodzakelijk is.